Module: Kennisvaardigheden Blok 3.2

25 November 2006

Opdracht 1. Betrouwbaarheid van informatie


Beantwoord de volgende vragen (gebruik de reader en de webdetective(http://www.webdetective.nl/) ter informatie :


Noem 12 criteria (meer mag ook) hoe je de betrouwbaarheid van een website kunt bepalen?

To evaluate a Web page look for:
1.
Purpose: Why was the page created? To: Inform; Entertain; Share information; Advertise/Sell a product or service (business/marketing); Influence views, beliefs, elections (advocacy); Provide up-to-the-moment news; Personal enjoyment.
2.
Sponsor/Owner: On what type of Internet provider or organization does the page reside? (Provenance.) Government agency; Educational; Business/Company; Association: Professional, Trade, Entertainment; News bureau; Personal (Individual)
3. Organization and Content: Is the page organized and focused? Is it well designed? Is the text well written? Are the links relevant and appropriate? Are the links evaluated?
4.
Bias--political or issue stance (of the author or sponsor)
5. Date of Production/Revision: When was the Web page produced? When was it last revised? How up-to-date are the links? Are the links still viable?
6.
Usefulness: Is the Web page relevant to the current research project?
7. Authority/author Who is responsible for the page? Is the author an expert in this field? What else has he/she written or produced? Does the author provide an e-mail address? How accurate is the provided information? Is a bias evident?
8.
What is it? Web-only page, journal article, government source, blog, etc.?
9.
Audience: To what type of reader is the Web page directed?
10. Coverage: Does the page cover the topic comprehensively, partially or is it an overview?
11. Illustrations: Are the graphics clear in intent, relevant and professional looking? Do the graphics add to or enhance the content?
12. Security Are security and/or encryption systems employed when necessary?


OF:

CHECKLISTvoor het beoordelen van websites.
1. Is het duidelijk wie de maker, afzender of uitgever van de site is?

2. Is het duidelijk wat het doel van de site is?
3. Is reclame maken het doel van de site?
4. Bevat de site commerciële advertenties?
5. Geeft de index voldoende informatie over wat je van de site kunt verwachten?
6. Is de aangeboden informatie volledig genoeg voor jouw doel?
7. hoe is de maker van de site bereikbaar?
8. Is het duidelijk wie de informatie heeft geschreven?
9. Geeft de website duidelijk aan dat de informatie door een deskundige is geschreven?
10. Worden verwijzingen (links) gegeven naar andere sites voor informatie over de makers?
11. Is er een literatuuropgave of een link naar andere bronnen om de informatie te controleren?
12. Is er een duidelijke en herkenbare 'home'-knop?
13. Kun je uit de URL afleiden waar je bent binnen de site?
14. Hoe wordt de informatie ondersteund?
15. Welke data (datum) worden gegeven?
16. Is het duidelijk dat de informatie actueel is gehouden?
17. De site bevat geen (spel)fouten en is goed onderhouden (alle links werken).
18. Is de site "klaar" (en niet "under construction") ?

Bronnen:
- http://manta.library.colostate.edu/howto/evalweb2.html
- http://www.webdetective.nl/checklist.html


Geef aan hoe je een persoonlijke website kunt herkennen t.o.v. die van een organisatie?

Door gebruik te maken van een van de twee bovengenoemde checklist.


Hoe zou jij aan je toekomstige klas vertellen over betrouwbaarheid van informatie? Illustreer dit met een voorbeeld (Maximaal 1 A4).

Ik zou het doen d.m.v. Trial & Error..
Ik zou bijvoorbeeld 3 verschillende websites zoeken en daarin zou ik in of twee zetten die niet betrouwbaar zijn. Ik zou voor deze opdracht minstens 2 hele lesuren nodig hebben.
Eerst laat ik ze in groepen zitten en de websites bezoeken en samen een beoordeling doen om op een antwoord te komen. Ze moeten deze typen en printen in de les en inleveren.
Dan zou ik een kleine debat doen in diezelfde les, waarbij van elke groep 1 persoon hun punten moeten verdedigen aan de andere groepen.
Al deze tijd zal ik als docent geen commentaar geven. Aan het eind van het kleine debat, zou ik die URL van de checklist op het bord schrijven en laat ze in hun groepen zelf gaan beoordelen wat ze goed hadden en wat ze fout hadden.
Als evaluatie zou ik van elke groep het resultaat moeten krijgen met de punten die ze hadden, tijdens en na het debat…
De groepen die de meeste goede punten hebben krijgen dan voldoende…





-= T.M.G.=-

21 November 2006

Huiswerk lesweek 1.

Kijk op www.hitler.org



1. Wie heeft de site gemaakt?
Het is gemaakt door Hitler Historical Museum


2. Kun je in contact treden met de makers?
Je kunt contact treden door de makers te e-mailen bij

curator@hitler.org


3. Wat is de bedoeling van de site?
Ze zijn een museum zonder winstbejag toegewijd aan de studie en het behoud van de wereldgeschiedenis met betrekking tot Adolf Hitler en de nationale Socialistische Partij.

-= T.M.G. =-

Opdracht 2: Presentatie lesweek 2.

Presentatie van:Robert Croes & Ty-Anne Geerman.
Onderwerp: Informatievaardigheden

Het begrip Informatievaardigheden
•Het begrip Informatievaardigheden is verwant aan de term Information literacy uit het Engelse.
•De term ”Information literates” werd in het begin van de jaren zeventig geïntroduceerd om mensen aan te duiden die in staat waren in hun werk informatieproblemen op te lossen door gebruik te maken van allerlei informatiebronnen en middelen om die bronnen te benaderen.

Informatievaardig zijn
American Library Association (ALA)


‘Het komt er op neer dat informatievaardige
mensen hebben geleerd hoe ze moeten leren.
Ze weten dat, omdat ze weten hoe
kennis geordend is, hoe ze informatie kunnen vinden en hoe ze informatie zo kunnen
gebruiken, dat anderen van hen kunnen leren. Deze mensen zijn klaar voor een leven
lang leren, omdat ze altijd de informatie kunnen vinden die nodig is voor elke taak of
keuze die zich voordoet.’

Doel:
Van ‘onbewust onbekwaam’ op weg te helpen naar de lange weg naar ‘bewust bekwaam’.


Van ‘onbewust onbekwaam’ op weg te helpen naar de lange weg naar ‘bewust bekwaam’.


Het begrip informatievaardigheden op verschillende manieren wordt geïnterpreteerd:
•Het ict-concept: ict-vaardigheden als basis om informatie te verwerven en te verspreiden, ook wel computervaardigheden (computer literacy) genoemd;
•Het informatiebronnen-concept: de vaardigheden om met of zonder intermediair informatie in bronnen te vinden en te gebruiken;
•Het informatieproces-concept: centraal staat het individuele proces van het verwerven, controleren en gebruiken van informatie om kennis te verwerven of uit te breiden.


Ict-concept: lekker kunnen werken met ict
Informatiebronnenconcept: Vergeet de bibliotheek niet!
Informatieprocesconcept: het oplossen van een probleem

Schematisch de Big 6:


6 activiteiten die leerlingen uitvoeren wanneer ze een informatieprobleem oplossen om een vraag te beantwoorden.
•Bepalen van de leertaak
•Zoekstrategieën toepassen
•Lokaliseren van de informatie
•Gebruiken van informatie
•Verwerken van informatie
•Evalueren


1. Bepalen van de leertaak:
2. Zoekstrategieën toepassen:
3. Lokaliseren van de informatie:
•Waar staan de boeken in de mediatheek?
•Hoe kan het (digitale) artikel worden aangevraagd?
•Hoe kan het artikel in het elektronisch tijdschrift worden gevonden? Hoe kan een pdf-file worden gelezen?
Belangrijk leerpunt voor leerlingen is het besef dat het
verkrijgen en bestuderen van de informatie volgt nadat je weet
wat je wil.

4. Gebruiken van informatie
5. Verwerken van informatie
6. Evalueren

Voorbeelden:
•Big 6,
•TILT,
•Internetdetective,
•ZoekenVindenKiezen,
•Digitale Informatievaardigheden.

Normen voor Informatievaardigheden

Slot
•Zelf - evaluatie
•Vragen

Bedank voor jullie aandacht
Robert & Ty-Anne
22 November 2006